SPRONG

 

“Sprong”
2004
Uitgeverij P

 

hoe god ontsprong

ik was in de weer in mijn eigen land
toen het ontstond.

je weet niet hoe iets begint
voor het begint.

toen het ontstond was ik er al.

het lag in mijn linkerhand,
en krieuwelde, gaf duwtjes.

ik hield van die hand met iets erin
dat ontstond. het was warm,

vochtig en kreeg ogen,
als ik betrapt binnenpiepte

in mijn eigen hand.
ik hield ze halfopen,

tot het van eigen gewicht
de vleugels uit wou slaan.

ik stond verbluft toen het
verdween uit mijn gezicht.

 

sprongkl

Karel Sergen slaagt in zijn fijnzinnige poëzie te rouwen bij wijze van postume liefde. Dood is niet de aanleiding voor een makkelijke bekentenislyriek, want het rouwen voltrekt zich in de taal, vooral in een knap taalspel, een stijl die ritmisch en heel beeldend is, een stijl waarmee abstracte schilderijen en andere visuele componenten een mooie dialoog aangaan. Je voelt vooral een dichter aan het werk die de taal bemint en met groot respect schoorvoetend benadert. Een aangename ontdekking! (Bart Stouten, De Tuin van Eden, Radio Klara)

Sprong is een bundel die in sereniteit moet gelezen worden (Yves Joris, Meander)

In ijzingwekkend mooie en eerlijke gedichten, zonder trucs of effectenjagerij, beschrijft Sergen de ziekte en dood van zijn moeder en vader… Op een vaak virtuoze manier speelt deze dichter met de taal en het ritme zonder dat de techniek storend wordt; (Carl de Strijcker, Leeswolf) sergen)